Moederschap/Ouderschap (Geen roze wolk!)

Op 13 maart 2000 werd ik moeder van mijn dochter Daevyna. Als de dag van gisteren weet ik nog precies wat ik voelde toen ik haar voor het eerst in mijn handen kreeg; niets. Ik vond haar wel prachtig; grote ogen die mij direct recht aankeken en pikzwart haar.

Maar ik voelde verder niets. Ik was stomverbaasd; waar was die roze wolk waar iedere moeder het over had? Waar ik de afgelopen maanden, tijdens mijn zwangerschap, over had gelezen en bij allerlei (social) media voorbij zag komen?

Het enige wat ik voelde was, alsof ik buiten mijzelf was getreden. Herkende mijn lichaam niet meer, en was totaal niet in contact met mijn lichaam en geest. Wat ik nu weet is, dat ik al jaren daarvoor niet (meer) in contact was met mijn lichaam en geest. Op een of andere manier werd mij dat na mijn bevalling duidelijk gemaakt. Alleen had ik toen geen idee wat er aan de hand was.

De hormonen gierden door mijn lijf. Daevyna huilde zodra ik haar niet aanraakte. Zij was alleen stil als ik haar vasthield. Zij sliep alleen als zij op mijn buik lag of tegen mij aan. Het geven van borstvoeding vond ik vreemd; er zat iemand aan mijn lichaam die mij heel hard nodig had! Het niet in contact zijn met mijn lichaam en tegelijkertijd het hebben van een pasgeboren baby die ontzettend mijn lichaam, warmte, genegenheid nodig had. Het was overweldigend. Het was veel, te veel.

Het was mijn plan om in het kraamzorghotel te bevallen, alleen had Daevyna iets anders bedacht; zij besloot om ‘lekker’ te poepen in het vruchtwater. Dus moest ik tijdens mijn weeën, uit het warme bad stappen waar ik in zat om zoveel mogelijk de pijn te verzachten. Want; ik moest met spoed naar het ziekenhuis worden gebracht. Ik weet nog dat, toen ik eindelijk aangekleed was, door de lobby van het hotel (er was ook een ‘gewoon’ hotel aangekoppeld) liep om naar de auto van de verloskundige te lopen, en dat ik enorm mijn best deed om niet te laten zien dat ik enorme pijn had en op punt van bevallen stond… Want stel je voor wat de andere gasten wel niet zouden denken… Na mijn bevalling in het St. Franciscus Gasthuis ging ik weer terug naar het Kraamzorghotel in Rotterdam. Na een dag of twee kreeg ik kraambezoek. Iemand gaf mij twee cadeaus. Zij zei; “1 cadeau is voor het kind, en het andere cadeau is voor de moeder!” Het andere cadeau gaf ik aan mijn moeder. Mijn moeder zei; “Nee Karin! Dit is voor jou! Jij bent de moeder!” Iedereen lachte, en ik lachte maar mee. Zo tekenend voor hoe ik mij voelde; ik voelde mij geen moeder.

De maanden erna deed ik alles op de automatische piloot. Daevyna zag er altijd uit om door een ringetje te halen; netjes gewassen, mooi aangekleed, op tijd eten en drinken. Maar ik voelde nog steeds niets… Ik voelde alleen als er iets aan de hand was. Daevyna was vaak ziek; bronchitis. Een keer stikte zij bijna van benauwdheid, waardoor ik de ambulance moest bellen. Ik weet nog dat ik erg was geschrokken; ik voelde angst. Maar verder niets…

Toen Daevyna bijna 1 jaar was, had ik het gevoel haar iets aan te willen doen. Ik stond met een mes in mijn handen en keek naar haar. Hierop belde ik direct mijn moeder die met spoed naar mij toekwam. Er volgde een kort traject (sarcastisch); huisarts verwees mij naar de sociale raadslieden. Die schrokken van mijn verhaal en meldden mij aan bij de vrouwenafdeling van het RIAGG in Vlaardingen. Ik werd nooit opgeroepen… Zij waren mijn gegevens kwijt. Toen Daevyna 2 jaar was heb ik toch weer hulp gezocht. Tijdens een intake stelde de psycholoog direct vast; een postnatale depressie. Ik werd direct aangemeld voor een traject; ben nooit opgeroepen. Mijn gegevens waren wederom kwijtgeraakt…

Waarom heb je dit zo laten gaan Karin? Vraag jij je misschien af? Omdat ik in mijn jeugd en later in mijn leven veel afwijzingen heb gehad en ervaren, vond ik het moeilijk om hier achteraan te gaan. Om voor mijzelf op te komen en om hulp te eisen en te krijgen. Mijn overtuiging was inmiddels; Zie je wel, ik moet het alleen doen. En dat deed ik ook. Hier heb ik veel van geleerd, wat ik in andere blogs zal delen.

Daardoor is ook mijn overtuiging nu; je hoeft niet alleen door moeilijke periodes. Vraag om hulp! Schreeuw, huil als dit nodig is! Ga door totdat je de hulp krijgt die jij nodig hebt.

Liefs, Karin

Verder lezen:

steen2